De A1, ook wel bekend als de Autoroute du Nord (Noordelijke Snelweg), is een van de oudste en belangrijkste snelwegen van Frankrijk. Deze vitale verkeersader verbindt de bruisende hoofdstad Parijs met het noorden van het land, en vormt een cruciale schakel in de verbinding met België en verder naar Noordwest-Europa. Wie over deze weg rijdt, volgt ook een route met een rijke geschiedenis.
Een blik op de geschiedenis
De aanleg van de A1 begon in de jaren ’50 van de vorige eeuw, een periode waarin het autoverkeer in Frankrijk sterk toenam en de behoefte aan snelle, efficiënte verbindingen groeide. Het was een ambitieus project dat in verschillende fases werd gerealiseerd. De allereerste plannen voor de snelweg ontstonden zelfs al in de jaren ’30. In 1965 kreeg het uiteindelijk de naam A1 en twee jaar later was de gehele verbinding tussen Parijs en Lille gereed.
Van de lichtstad naar het hart van Frans-Vlaanderen
De A1 start ten noorden van Parijs, in de buurt van het Stade de France, en strekt zich uit over een afstand van ruim 210 kilometer in noordelijke richting. De snelweg eindigt bij de grens met België, nabij Lille (Rijsel). Het is een belangrijke route voor zowel personenvervoer als vrachtverkeer.
Tolweg
Een groot deel van de A1 is tolweg, namelijk het gedeelte tussen Fresnes, vanuit het noorden, tot aan Chamant, op ruim veertig kilometer van Parijs.
- De tolpoorten op de A1 zijn doorgaans goed uitgerust met verschillende betaalmogelijkheden: contant, creditcard en de tolbadge (télépéage).
- Tijdens drukke periodes, zoals vakanties, kunnen er wachtrijen ontstaan bij de tolpoorten. Een tolbadge kan hier aanzienlijk tijd besparen.
- De tolweg wordt uitgebaat door SANEF.
Alternatieve route
Bij file of vertragingen
Worden er files verwacht, is er een groot ongeluk gebeurt of wil je een alternatieve route richting Parijs proberen? Dan is de A16 de meest voor de hand liggende keus. Zeker als je vanuit Zuidwest-Nederland of West-België vertrekt is dit een alternatief dat weinig extra tijd kost.
Tolvrije route
De A16 is ook deels tolweg. Maar wil je eens een wat langzamere route verkennen waar je geen tol hoeft te betalen? Dan kun je bijvoorbeeld de N2 nemen, via Laon en Soissons.
Tips voor tussenstop of overnachting: Bezienswaardigheden onderweg
Als je vanaf de A1 eens de afslag wilt maken voor een tussenstop, waar moet je dan zijn?
- Lille: Een bruisende metropool in Noord-Frankrijk, vlakbij de Belgische grens, met een Vlaamse invloed (Rijsel in het Nederlands). Bekend om zijn historische binnenstad (Vieux Lille), architectuur met Vlaamse gevels, levendige markten (zoals de Braderie), kunstmusea (Palais des Beaux-Arts) en een mix van Franse en Vlaamse culinaire invloeden.
- Arras: Een sfeervolle stad in de regio Hauts-de-France, met een rijke geschiedenis, met name rond de Eerste Wereldoorlog. Het staat bekend om zijn prachtige, door Vlaamse invloeden getekende pleinen (Grand Place en Place des Héros) met flamboyante klokgevels, de belforttoren, en de ondergrondse gangen “les Boves”. In de omgeving zijn belangrijke herdenkingsplaatsen van WOI te vinden, zoals Carrière Wellington en Vimy.
- Slagvelden van de Somme: Een uitgestrekt gebied in Picardië dat het toneel was van een van de bloedigste veldslagen van de Eerste Wereldoorlog (1916). Het landschap is bezaaid met vele oorlogskerkhoven, monumenten en herdenkingsplaatsen voor de honderdduizenden soldaten die hier sneuvelden. Bekende locaties zijn onder andere Beaumont-Hamel, de Lochnagar Crater en het Thiepval Memorial.
- Compiègne: Een stad in de regio Hauts-de-France, ten noordoosten van Parijs, met een belangrijke historische betekenis. Bekend om het Château de Compiègne, een voormalig koninklijk en keizerlijk paleis, en de locatie waar het Wapenstilstand van 1918 werd getekend die de Eerste Wereldoorlog beëindigde. De stad heeft ook een charmant centrum en ligt aan de rand van het Forêt de Compiègne, een groot bosgebied.
- Senlis: Een historisch stadje in de regio Hauts-de-France, ten noordoosten van Parijs, met een goed bewaard middeleeuws centrum. Het staat bekend om zijn kathedraal, de overblijfselen van een koninklijk kasteel, geplaveide straatjes, oude stadsmuren en een rustige, charmante sfeer. Het was in het verleden een belangrijke koninklijke residentie en is nu een aantrekkelijke plaats voor een bezoek.